Paardenbloem, Taraxacum officinalis: Met dank aan Jan Vercauteren

De voornaamste onderdelen van de paardebloem zijn de
bittere delen, die gebruikt worden bij het verhelpen van
leverklachten en andere spijsverteringsproblemen.
Deze onderdelen, eerder taraxacin genoemd, zijn de
sesquiterpene lactonenen van het eudesmanolide en
germacranolide type en komen uitsluitend voor in
paardebloem.
Paardebloem is ook een rijke bron van vitamine A, D, C,
en diverse B-vitaminen, ijzer, silicium, magnesium, zink
en mangaan.
De bladeren bevatten veel kalium, hetgeen de diuretische
werking kan verklaren.
Van de plant kunnen onze vogels als voedsel gebruiken,
de grondpen en de bladeren, de stengels en de halfrijpe
zaden.
De bladeren en de holle stengels bevatten een melksap
dat bitter smaakt.
De beste tijd om het zaad te oogsten is de tweede helft
van april.
We kunnen de zaadknoppen rechtstreeks aan de vogels
geven maar we kunnen ze ook in plastic zakken invriezen
en het in de winter aan onze vogels te eten geven, nadat
wij het hebben laten ontdooien.
Welke vogels eten deze zaden?
In de natuur wordt de paardebloem door vele in het wild
levende vogels gebruikt om er hun jongen mee groot te
brengen, zoals de groenvink, de putter, de sijs en de
goudvink. Ze zullen er alle andere voedsel voor laten
staan.
Het liefste wordt het zaad gegeten als het net bruin
begint te worden.